Verduurzaming Recreatieoord Binnenmaas
Het Recreatieoord vlakbij Mijnsheerenland trekt jaarlijks duizenden bezoekers uit het hele land en is hiermee een belangrijke trekpleister voor de recreatie binnen de Hoeksche Waard. Het openluchtzwembad van het Recreatieoord is een begrip in de regio waar veel mensen uit de Hoeksche Waard, maar ook daarbuiten, een ontspannen moment van de dag beleven. Om het zwembad voor bezoekers van een aangename temperatuur te voorzien, is er op het Recreatieoord 300 vierkante meter aan heatpipes geplaatst. Heatpipes zijn glazen buizen waarin een transportmedium zit dat snel opwarmt en zo warmte verplaatst en afgeeft. ‘Deze manier van verwarmen zorgt ervoor dat het energieverbruik voor warmwater sterk verminderd en daarmee een flinke besparing met zich meebrengt voor het gasverbruik. Buiten deze toepassing heeft het Recreatieoord ook Sundiscs (zonnecollectoren) en zonnepanelen. Een mooie unieke verduurzamingsslag. Uiteraard blijft Bres Accommodaties het Recreatieoord ook naar de toekomst toe verder verduurzamen’, vertelt Ernst-Jan Klein.
Een ‘groene’ duik in de Hoeksche Waard
Eind april wordt het openluchtzwembad weer gevuld met water om begin mei een nieuw en duurzaam zwemseizoen op het Recreatieoord in te luiden. Bij Bres Accommodaties staat verduurzaming hoog in het vaandel. Samen met gemeente Hoeksche Waard zet Bres Accommodaties zich in om het gemeentelijk vastgoed in de Hoeksche Waard te verduurzamen. Wethouder Vastgoed, Adriaan van der Wulp: ‘Als gemeentelijke organisatie willen we ons vastgoed in 2030 nagenoeg energieneutraal hebben. Om dit te bereiken besparen we zoveel mogelijk op ons energieverbruik. Het op een duurzame manier verwarmen van het zwemwater is hier een mooi voorbeeld van. Bij onze gemeentelijke gebouwen zoeken we samen met Bres Accommodaties naar manieren om energie te besparen. En de energie die we wel nodig hebben, wekken we waar mogelijk op met zonnepanelen op de daken van de gemeentelijke gebouwen. Zo werken we samen aan een leefbare en energieneutrale Hoeksche Waard.’